een stranger in the night
broeder roger was een lieve broeder
hij mocht als enige
mijn vrouw joske noemen
rijzig man
perfect uitgedost
altijd quasi « in forma »
zijn overvolle maçonnieke agenda
waar alleen hij zijn weg in vond
volgde hij stipt
vriendelijke kerel
zwierig met borsalino
gin-tonic in de hand
levensgenieter met stijl
flamboyant in gebaren en kledij
reiziger
zonneklopper
onze broeder roger
heeft tal van maçonnieke rivieren
samen met velen van ons doorzwommen
niets was hem teveel
geen inspanning voor zijn broeders
ging hij uit de weg
hij stond aan de wieg
van de inrichting van onze tempels
de verbouwingen in simonis
volgde hij op de voet
niettegenstaande zijn drukke professionele verplichtingen
een ongeval op de ring rond Parijs
maar 's avonds
stond hij me onderaan
de trap op te wachten
zijn pijn verbijtend
zijn ribben ingetapet
het is mijn plicht
antwoordde hij me
glimlachend
als antwoord
op mijn verwonderde blik
hij was immers mijn eerste opziener
ik
wij allen wisten
dat het onvermijdelijke
er aankwam
maar toch
nog zo plots
ik zal hem altijd
naast me voelen
links naast me
op de noorderkolom
waar de ex achtbare meesters
van catena samenkomen
hij zal er steeds zijn
zijn stevige handdruk
in de broederketen
die handdruk
die naarmate het einde naderde
minder sterk werd
maar altijd toch zo intens liefdevol
bleef
hij is afgereisd naar het eeuwig oosten
ik zal hem herinneren
als die
stranger in the night
hij laat zijn werktuigen
nu rusten
onze lieve broeder roger
de moker
de beitel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten