dinsdag 1 december 2020

 

WIJ


neen

niet enkel een geheim


veel meer dan mensen

kunnen snappen delen we


we zijn broeders


aanvoelen, weten, zien

begrijpen zonder woorden


we zijn immers broeders


samen glimlachen

samen wenen


die traan

die lach

zo delen we onze vreugde en ons verdriet

zonder woorden

innig


van volle middag

tot volle middernacht

broeders verenigd voor altijd


eens aanvaard

onze eed gestand

gaan wij onze eigen weg

elk apart

maar toch samen


in ons zoeken

in ons vinden

in ons zijn


een handdruk

een omhelzing

een blik


het geheim

tussen ons

dat enkel wij kunnen ontdekken

 

een stranger in the night


broeder roger was een lieve broeder


hij mocht als enige

mijn vrouw joske noemen


rijzig man

perfect uitgedost

altijd quasi « in forma »


zijn overvolle maçonnieke agenda

waar alleen hij zijn weg in vond

volgde hij stipt


vriendelijke kerel

zwierig met borsalino

gin-tonic in de hand


levensgenieter met stijl

flamboyant in gebaren en kledij


reiziger

zonneklopper


onze broeder roger

heeft tal van maçonnieke rivieren

samen met velen van ons doorzwommen


niets was hem teveel

geen inspanning voor zijn broeders

ging hij uit de weg


hij stond aan de wieg

van de inrichting van onze tempels

de verbouwingen in simonis

volgde hij op de voet

niettegenstaande zijn drukke professionele verplichtingen


een ongeval op de ring rond Parijs


maar 's avonds

stond hij me onderaan

de trap op te wachten

zijn pijn verbijtend

zijn ribben ingetapet


het is mijn plicht

antwoordde hij me

glimlachend

als antwoord

op mijn verwonderde blik

hij was immers mijn eerste opziener


ik

wij allen wisten

dat het onvermijdelijke

er aankwam

maar toch

nog zo plots


ik zal hem altijd

naast me voelen

links naast me

op de noorderkolom

waar de ex achtbare meesters

van catena samenkomen


hij zal er steeds zijn

zijn stevige handdruk

in de broederketen


die handdruk

die naarmate het einde naderde

minder sterk werd

maar altijd toch zo intens liefdevol

bleef


hij is afgereisd naar het eeuwig oosten


ik zal hem herinneren

als die

stranger in the night


hij laat zijn werktuigen

nu rusten

onze lieve broeder roger


de moker

de beitel

 

gelukkig zijn


de straten

zijn leeg

de regen

stopte


vogels beginnen

te kwetteren


waarom zwijgen ze

als het regent ?


luisteren ze naar de druppels

die zingen

in de wind ?


de stilte in mijn hoofd

wordt aangenaam

louterend bijna

na een te lang

te woelig verdriet


ik sta stil

ik wacht

ik denk aan de stilte

zij betekent meer dan een afwezigheid

van geluid


ik neem de stilte in me op

een moment van rust

om te koesteren


in mijn grot

zie ik mijn ideeën

dansen

ik blik naar mijn

nieuwe oude wereld


een wereld

die ik verloren had

en die ik nu herken


kan ik dit moment

vasthouden en omarmen?

zo lang mogelijk


start ik

een nieuw beginnend

begin ?


nu

 

pépé

lieve broeder luc


je bent voor velen een voorbeeld

ook voor mij

je vereenzelvigde de wijze man

steeds aandachtig luisterend

karig met woorden

karig met overwogen goede raad

bang om iemand te kwetsen


ik ken je al vele vele jaren

vele dingen zitten in mijn geheugen gegrift

de vrijdagen dat je van bensberg

naar de zitting in leuven kwam

terwijl memée in de wagen wachtte

om na de zitting de terugreis aan te vatten


we gingen soms ook samen naar bensberg

jouw loge ginder in duitsland bezoeken

eten in het belgisch huis


met hart en ziel steunde je de oprichting van catena

jouw onvoorwaardelijke inzet

je gedachtewisselingen

je goede raad

je heldere analyses

waren voor ons een leidraad


steeds en overal was je een graag geziene gast

ook bij ons thuis in tienen

en wij, wij genoten altijd van een bezoekje

aan de familie landeloos

aanvankelijk in rode

later op het ladeuseplein in leuven


op 11 oktober 2007

voor het laatst samen met memée

bij ons thuis

evelyne had jullie gebracht


zoals steeds had je iets mee

toen was het een fles wijn

fles die je zorgvuldig

had bewaard


als lid van la constance

je moederloge

had je die fles ontvangen

naar aanleiding van de 200ste verjaardag

van die werkplaats


we zouden de fles laten rusten en laten chambreren

en ze opdrinken

bij je volgend bezoek

er kwam geen volgend bezoek

de fles staat onaangeroerd

in onze wijnbar


ik zal ze koesteren

en misschien zal ik ze ooit eens ontkurken

maar in goed gezelschap dan

om op jou te klinken


laat je werktuigen

nu rusten pépé

lieve broeder luc


de moker

waarin je broederlijke warmte

nog nazindert

de beitel


deze werktuigen

werden door andere leerling vrijmetselaars

reeds opgenomen

deze leerling vrijmetselaars zullen nu verder bouwen

zoals jij boeder luc het hen geleerd hebt

verder bouwen

aan de tempel

der mensheid


vaarwel

lieve broeder


vaarwel pépé


goeie reis

guy bottu

 

zeer achtbare grootmeester neslany

mijn grootmeester neslany

mijn broeder geo


ik ken je al jaren

je waart immers grootmeester

toen ik achtbare werd


je introduceerde me nadien

in de grootcommissie


je stimuleerde me

om lid te worden

van ons tijdschrift

toen nog loge info


we ontmoetten mekaar

minder vaak

de laatste tijd

maar steeds informeerde je

met oprechte interesse

naar mijn vrouw josée

en naar mijn kleindochter


liefhebber van het goeie leven

internationaal bemiddelaar

boeiend verteller

eerlijk minzaam man


alles ging stilaan minder vlot


we zouden eens afspreken

met de trein van gent naar tienen

en dan naar een goed restaurant


het heeft niet meer mogen zijn

helaas


vanavond klink ik met josée

op jouw behouden reis naar het eeuwige oosten


vaarwel lieve br geo

 

theo

broeder merkmeester


ik herinner me nog

onze laatste duvel

aan de bar in de persil


je vertelde me gepassioneerd

van de provence


je genoot

met volle teugen


carpe diem

lachten we


ik zou eens afkomen


we wisten beiden

dat me dat niet zou lukken

ik kon niet zover meer rijden

met de wagen


tijdens de laatste zitting

van de sluitsteen

zat je naast me aan het banket

helemaal achteraan links


gepraat hebben we

over de gedichten van je vrouwtje


ik had zopas haar laatste bundel

ontvangen


je zou hem nog laten signeren

en hem mij de volgende keer

opnieuw overhandigen


er kwam geen volgende keer


droom van de provence


goeie reis lieve broeder merkmeester

 

INITIATIE


fijne zwarte gladde zijde voor mijn gesloten ogen


ik zie mijn moeder


zij is stervend


glimlacht ze

of

lacht ze me uit


krakende onwezenlijke geluiden


mijn hoofd is leeg

ik weet niet waar, wie, waarom

ik besef zelfs niet meer of


ik draai rond

struikel


word opgevangen

chaotisch lawaai


ik vat de oorsprong niet

mijn wereld tolt


zou ik ronddraaien in het heelal

welk heelal?

van wie?

mijn heelal?


ben ik een planeet tussen talloze andere planeten ?

word ik stilaan gek

wie ondersteunt mij?

want ik struikel

val

mijn adem stokt

ik lijk te stikken


die vervloekte fijne gladde zwarte zijde voor mijn gesloten ogen

al dat lawaai

dat van nergens

en van overal komt

luid

te luid

vaag geroezemoes

van waar

links, rechts,voor, achter mij


algehele verdwazing



knellingen rond mijn middel

gevangen in mijn hoofd

stekende pijn

kwelling


ik kan heden niet meer scheiden van verleden

ik zie geen toekomst

ik wankel

ik struikel


wie vangt mij op

ik denk plots aan water

aan hellevuur


ik hoor stemmen

begrijp de woorden niet


woorden

te veel woorden

enkel klank

soms vriendelijk

soms afstotend

ranzige smaak in mijn mond


ik draai rond als een tol

geen enkel houvast


moederschoot

vruchtwater

zeegeruis

golven?

striemende wind

gek!


die fijne zwarte gladde zijde voor mijn open ogen

krijgt een kleur


welke kleur


ik herken ze niet

een spectrum van kleuren misschien


waarom hoor ik Mozart?

waarom word ik rustig?


die fijne zwarte gladde zijde voor mijn open ogen is wit geworden


ik zie nog steeds

mijn moeder

ze lacht naar mij

en weent